Dagboek bij de Joodse najaarsfeesten
september oktober
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
24 25 26 27 28 29 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
elloel tisjri

Klik op de data hierboven voor de pagina over die dag.


Vandaag, 2 oktober = 12 tisjri

Vandaag is ‘een gewone dag’. Daarom maar eens een ‘alledaags’ iets.


Het dagelijks gebed

Op deze ‘gewone’ dag wil ik aandacht vragen voor het ‘gewone’ Joodse gebed – het ‘alle-daagse’ of beter: drie-maal-daagse gebed. Het wordt staande gebeden. Daarom is één van de namen Amida, ‘het staan’. Het heet ook wel Achttiengebed – al heeft het tegenwoordig 19 beden:

Op sabbatten (zaterdagen en alle dagen die als sabbat gelden) wordt het middengedeelte met vragen vervangen door dank voor de speciale, geheiligde rustdag. We mogen dan ook rusten van onze vragen en voorbeden!


Realiseer je nu dat dit gebed minstens 51 keer is gebeden in de korte periode waarin we nu meeleven met Israël (17 dagen, vandaag meegerekend). Waarom wordt het elke dag drie keer gebeden? Dat heeft te maken met de offers in de tempel. Daar werden dagelijks het morgen-, middag- en avondoffer gebracht. Dat kan niet meer, maar het ochtend-, middag- en avond­gebed zijn daarvoor in de plaats gekomen.


De gedachte van het gebed als offer kom je in de Bijbel al tegen: Psalm 141:2, Hosea 14:3, Hebreeën 5:7 en Hebreeën 13:15-16. Bij het bidden gaat het er dan niet om dat wij ontvangen, maar dat we willen geven. Dat doe je in gebeden waarin je God looft of dankt of zegent. Maar als het goed is, doe je dat ook met het vraaggebed. Ook als je iets vraagt, is dat tegelijk een geven. Want:

Bidden is niet: jouw wil op tafel leggen.
Bidden is: jouw wil op het altaar leggen.

Als het goed is, wil ik met mijn vragen niet God voor mijn karretje spannen; nee, ook met mijn vrágen wil ik Hem eren en dienen. Niet mijn, maar Gods wil geschiede. In dit verband is Hebreeën 5:7 wel heel sprekend. Het gaat daar over Jezus’ gebed in Gethsémané in zelf­opoffering en overgave.

In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen.

Hebreeën (13:15) noemt ‘de vrucht van lippen die Zijn naam belijden’ lofoffers. De lofzeggingen dragen het gebed. Prof. J.P. Versteeg merkte op (n.a.v. Fil. 4:6): ‘Gebed zonder dankzegging is als een vogel zonder vleugels. Het komt niet omhoog.’ Kijken we nu naar het Achttiengebed, dan zien we dat het begint en eindigt met lofprijzingen. En meer: élke bede waarin iets gevraagd wordt, eindigt met een specifieke lofprijzing met betrekking tot het gevraagde. Zo luidt bijvoorbeeld de vijfde bede, een gebed om bekering:

Doe ons omkeren, onze Vader, tot uw Tora
en breng ons nader, onze Koning, tot uw dienst
en leid ons in volledige omkeer terug voor uw aangezicht.
Gezegend Gij, Heer, die omkeer wil.

N.B.: Zie hoe dit thema van de geduchte dagen ook de rest van het jaar dagelijks aan de orde komt!

Meer over het Achttiengebed en het Joodse bidden:


Om over na te denken

Heidelbergse Catechismus, vraag en antwoord 116

Waarom hebben de christenen het gebed nodig?

Omdat het gebed het voornaamste deel is van de dankbaarheid
   die God van ons eist,
en omdat God zijn genade en de Heilige Geest alleen wil geven aan hen
   die Hem met hartelijk verlangen zonder ophouden daarom bidden
       en daarvoor danken.


september oktober
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
24 25 26 27 28 29 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
elloel tisjri

Klik op de data hierboven voor de pagina over die dag.