rabbijn Einat Ramon

rabbijn Einat Ramon

Verslag van een lezing door dr. Einat Ramon (rabbijn aan het Schechter-instituut, Jeruzalem), door Michael Mulder

Joodse uitleg van de Schriften aan de hand van de perashat ha-sjevoe’a


Rabbijn Ramon geeft eerst een korte introductie op het belang van het lezen van de Thora in het Jodendom. Elke week wordt de perashat ha-sjevoe’a (gedeelte van de week) gelezen, op maandag en donderdag in de synagoge het eerste gedeelte daarvan, op sabbat het gehele gedeelte. Op zaterdag­avond volgt daarna ook het eerste gedeelte van de volgende parasha.

Voor het lezen van de Thora wordt de rol uit de ark gehaald. Dat heeft een ritueel aspect, en benadrukt op die manier het gewicht van de Thora-lezing. Het is een grote eer om te worden opgeroepen om een stukje uit de Thora voor te lezen in sjoel (men noemt dat aliya: het opgaan naar de bima).

Je kunt het belang van de verbondenheid met de Thora voor het Jodendom vergelijken met het belang van de verbondenheid met Christus voor een christen. ‘The physical attachment to the Torah can be compared to the relation with Christ for Christians.’

Men dateert bepaalde gebeurtenissen (zoals een huwelijk) aan de hand van de parasha die in een bepaalde week gelezen wordt. (B.v.: we zijn getrouwd bij perashat ...) De hoofdstukindeling van de Thora bepaalt zo mede het bewustzijn van de tijd.

Het is een uitdaging om de parasha van de week uit te leggen. Dat gebeurt bij de preek in de synagoge, dat gebeurt ook tijdens een maaltijd aan tafel. De achtergrond van deze laatste gewoonte heeft te maken met de gedachte, dat wie aan tafel zit, aan tafel zit bij de Allerhoogste; de tafel wordt vergeleken met de tafel in de tabernakel. Als je eet zonder woorden van de Thora te spreken, offer je een dood dier, zo is dan de gedachte. Men dient dus aan tafel woorden van de Thora te offeren. Het vraagt een training om tijdens de maaltijd iets over de Thora te zeggen. Wanneer het een gedeelte van Genesis betreft is zo iets eenvoudiger, dan wanneer het om een gedeelte uit Leviticus gaat.

Een relatie leggen tussen de tekst van de Thora en de gemeenschap vandaag

De Parasha van deze week is niet eenvoudig, en ook vrij lang. De lengte hangt samen met het schrikkeljaar: in deze maand Adar wordt elke week een dubbel gedeelte gelezen. Aan de beurt is nu Leviticus 12, 13 en 14. Dat gaat over de onreinheid bij de geboorte en over melaatsheid.

Wanneer men deze tekst wil verklaren, is het van belang te beginnen bij de letterlijke betekenis van de tekst. Daarna kan er een meer symbolische of meer geestelijke uitleg volgen, waarmee duidelijker een brug geslagen kan worden naar het leven van de gemeenschap vandaag.

Rabbijn Ramon leest een gedeelte van de parasha van deze week aan de hand van verschillende bijbelcommentaren gebundeld in de verzameling Ets Chayim. Ze haalt een noot naar voren over Lev. 13:45, waar de melaatse moet roepen: ‘onrein, onrein!’. Hiermee worden op moreel gebied twee verantwoordelijkheden benadrukt: allereerst van de zieke zelf, om omstanders te waarschuwen voor besmetting, maar ook van de gemeenschap. Doordat de zieke hier wordt opgeroepen zijn ziekte bekend te maken, heeft de gemeenschap de verantwoordelijkheid voor de zieke te zorgen. Hiermee wordt opgeroepen tot steun en gebed in plaats van afwijzing en kwaadsprekerij.

Aan het preken over dit gedeelte zitten twee aspecten. De tekst moet worden uitgelegd, en de gemeenschap moet er iets van leren. Wil je als prediker de gemeenschap iets leren, dan zul je je argument kracht moeten bijzetten door een tekst te citeren.

‘The thrust of the preaching is to relate the text of the Torah to the community.’

In een ultra-orthodoxe synagoge zul je je best niet zo hoeven te doen, om het belang van de tekst voor de gemeenschap bij te brengen. Men gaat daar eenvoudig van uit, en kan vervolgens direct over de geestelijke betekenis van een tekst gaan spreken. In feite is het voor een ultra-orthodoxe gemeenschap niet relevant om de vraag te stellen wat de tekst met ons vandaag te maken heeft; de prediker hoeft dus minder zijn best te doen om een brug te slaan tussen de Thora en ons dagelijks leven. Die verbondenheid wordt verondersteld, hetgeen de mogelijkheid biedt direct van de tekst naar de midrash over te gaan.

Een zelfde tendens is waar te nemen in het postmodernisme, waarin de oorspronkelijke historische setting van de tekst uiteindelijk niet meer van belang is. Het gaat er in deze benadering om, wat de tekst doet met de huidige lezer.

Men kan in beide laatstgenoemde benaderingen (ultra-orthodox en post-modern) makkelijk metaforen in de tekst inlezen, wanneer die de gemeenschap aanspreken, zonder zich daarvoor al te veel te moeten verantwoorden.

Historische betekenis van de tekst

Hiertegenover plaatst Ramon haar eigen positie, als conservatieve rabbijn, waarvoor enerzijds de historisch kritische benadering van de tekst van betekenis is - om te onderzoeken wat de tekst in zijn oorspronkelijke context betekende - en er anderzijds de uitdaging ligt om vervolgens een brug te slaan naar de huidige geloofsgemeenschap, die met deze Thora zoekt te leven. Voor het slaan van deze brug is het voor een orthodoxe rabbijn van wezenlijk belang, dat de grammatica van de tekst zelf aanleiding geeft voor het slaan van deze brug. Zij ziet zowel in de ultra-orthodoxe benadering, als in de postmoderne benadering hetzelfde gevaar: namelijk dat de historische betekenis van de tekst vergeten wordt. Dan is er geen rationele basis om over de betekenis van de tekst voor de gemeenschap van vandaag te spreken.

Hoe de afstand overbruggen?

Ramon laat aan de hand van een commentaar dat zij zelf schreef op de parasha van deze week zien, op welke manier zij te werk gaat om de afstand tussen de tekst van de Thora en de gemeenschap vandaag te overbruggen. Zij doet dat in twee stappen. Eerst spreekt ze over de letterlijke betekenis, daarna volgt de midrash.

Allereerst legt ze de tekst van Leviticus over melaatsheid uit in zijn oorspronkelijke betekenis. Het is van belang voor een mens om te beseffen dat zijn lichaam een belangrijk medium is om de relatie met God te onderhouden. Daarom legt de Bijbel zoveel nadruk op de reinheid van het lichaam en op de manier waarop het lichaam weer gereinigd kan worden na verontreiniging.

Voor een publiek dat gewend is om historisch en kritisch te denken, zal de prediker bijbelse studies moeten aanvoeren, om zijn verklaring te verantwoorden, en daarbij bovendien een theologische verantwoording moeten geven. Die theologische verantwoording zoekt zij in deze tekst in de gedachte dat een mens geschapen is in het beeld van God, waarbij het lichaam de rituele plaats vertegenwoordigt van de ontmoeting tussen God en mens. Dat betekent dat wanneer die rituele plaats verontreinigd wordt, er een breuk is in de relatie met God, hetgeen wanorde in het leven tot gevolg heeft.

Zo heeft de tekst in zijn oorspronkelijke betekenis iets te zeggen voor vandaag. Tegelijk ontstaat er door deze uitleg een probleem. Want op deze manier wordt ziekte wel sterk verbonden met zonde en overtreding. Hoe is dit te rijmen met de profetische opdracht om voor zieken en zwakken, juist ook mensen die aan de rand van de dood staan, te zorgen en hen niet uit te stoten? De profeten wijzen op de opdracht om te zoeken hoe men een zieke zal helpen en indien mogelijk te brengen tot genezing.

Hier is uit te komen, door vast te stellen, dat het in deze tekst om ‘melaatsheid’ gaat. Dat is een zeer specifieke ziekte, die op de manier zoals die hier beschreven wordt, niet meer vast te stellen is in onze tijd. Maimonides, zelf arts, heeft hierover nagedacht. Hij heeft ervoor gepleit, om de tekst zoals die in de Bijbel staat overeind te houden, en te betrekken op de ziekte waar deze voor bedoeld is: de melaatsheid, zoals die hier beschreven staat. Dat betekent, dat deze tekst voor huidige artsen in feite geen betekenis meer heeft, omdat deze vorm van ‘melaatsheid’ zo niet meer herkend kan worden. Zo ontstaat er meer ruimte om in de huidige medische situaties de barmhartigheid te betonen die nodig is, om de zieke niet uit de gemeenschap te stoten, maar daarin geheel op te nemen. ‘By viewing leprosy as a singular unnatural occurrence in history, Maimonides protects professional ethics of doctors and of people who are commended to care for the sick.’ Een arts is dus niet verplicht zijn patiënt buiten de gemeenschap te plaatsen, zoals de tekst van Leviticus zegt. Integendeel, er ontstaat door de letterlijke opvatting van de tekst ruimte voor een eigen medische ethiek, waarin de profetische barmhartigheid een grotere plaats kan krijgen.

Maar op welke manier kan er dan toch nog wel een brug geslagen worden tussen de tekst van Leviticus 13/14 en de gemeenschap vandaag, waar deze tekst dan toch ook iets voor te zeggen moet hebben? Dat was immers de uitdaging voor de prediker. Die brug kan geslagen worden door middel van een midrash op het woord voor ‘melaatsheid’: metsorah. Dit legt Maimonides uit als motsih sjem ra’: het laten uitgaan van een slechte naam, i.e. kwaad­sprekerij. Iedere letter van het woord metsorah krijgt op deze manier betekenis. En de zin van de tekst voor vandaag ligt in de metaforische betekenis van de melaatsheid.

De tekst zelf moet de brug aanwijzen

Zo blijft er ruimte om de vraag naar de relatie tussen Gods handelen en menselijke ziekte open te laten, en de ziekte niet direct te bestempelen als een straf van God, waardoor de zieke geen relatie meer kan hebben met God, omdat het altaar van het lichaam verontreinigd is. En tegelijk kan met kracht gewaarschuwd worden deze tekst ter harte te nemen, omdat deze betrokken kan worden op kwaadsprekerij.


Op een vraag vanuit de groep, of de melaatsheid vanuit de tekst niet beter betrokken kan worden op een andere ziekte met vergelijkbare sociale consequenties vandaag, zoals aids, was het antwoord, dat Ramon dat een willekeurige manier van omgaan met de tekst vindt. Het gaat namelijk in de beschrijving van melaatsheid niet over aids. Het is voor haar belangrijk dat zij een brug slaat naar een toepassing voor vandaag via een uitlegregel, die gebaseerd is op de grammatica van de tekst zelf. Op deze manier weet zij zich gebonden aan de tekst, en kan zij die tegelijk toepassen op de gemeenschap van vandaag.