drs. C.J. Rodenburg

drs. C.J. Rodenburg

De tien geboden

Deel 1: Conflict tussen kerk en synagoge


De tien geboden hebben een heel eigen plaats in het de christelijke traditie, zeker in reformatorische kerken. Deze woorden, door God zelf in stenen gegrift, voeren ons mee naar een belangrijk openbarings­moment uit het Oude Testament. De Bevrijder van Israël gaf Zijn volk voorschriften om het leven te heiligen. De wekelijkse lezing van de tien geboden in de eredienst biedt daardoor een uitgelezen kans om de verbondenheid van de kerk met de synagoge te onderstrepen. Of is dat te makkelijk gezegd?


Er spelen nogal wat vragen rond de lezing van de tien geboden. Allereerst zijn dat vragen die samenhangen met de manier waarop ze worden gebruikt in de eredienst. Om er enkele te noemen: Dringt de tekst van Exodus 20 nog wel tot ons door als we die elke week horen? Zouden we geen andere teksten moeten lezen, zoals gedeelten uit Deuteronomium 6, Leviticus 19 of ook nieuwtestamentische teksten? En wat te denken van de plaats die deze lezing krijgt voor schuldbelijdenis en genadeverkondiging. Zo valt alle nadruk op de wet als spiegel waarin we ons tekort ontdekken. Gaat dat niet ten koste van de wet die we uit dankbaarheid proberen te gehoorzamen?

Maar er zijn ook vragen te stellen bij de band die de tien geboden scheppen tussen kerk en Israël. In beide geloofsgemeenschappen wordt dezelfde tekst geheel verschillend gelezen. De synagoge spreekt niet van geboden, maar van tien woorden. En hoewel de gave van de tafelen van het verbond op de Sinaï een belang­rijk moment uit de geschiedenis vormt, wordt Exodus 20 toch niet in de synagoge gelezen. Dat heeft echter alles met de joods-christelijke relatie te maken.


In dit eerste artikel gaan we in op het conflict dat speelde tussen kerk en synagoge. Een volgend artikel gaat over de vraag of de joodse kijk op de tien geboden ons als kerk kan inspireren.

Ketters

Laat ik beginnen met een ervaring die ik opdeed tijdens Sjavoe’ot, het joodse Wekenfeest. Dit feest staat in het teken van de vroege oogst en van Gods openbaring op de Sinaï. In Jeruzalem is het gebruikelijk de nacht ervoor met studie door te brengen. Op allerlei plaatsen vinden lezingen en gesprekken plaats over Verbond, Tora enz. Ik herinner me nog goed hoe ik eens de ochtenddienst daarna meemaakte en geraakt werd door het bijzondere moment waarop iedereen in eerbied ging staan om de woorden van Exodus 20 te horen.

Het moment was bijzonder omdat het herinnerde aan de dagelijkse tempeldienst. Iedere dag werd daar deze tekst gelezen, samen met enkele andere kernachtige verzen uit de Tora, zoals het bekende Sjema (‘Hoor Israël...,’ Dtr. 6:4). Het moment was echter vooral indrukwekkend omdat de tien geboden op geen enkele andere dag in de synagoge gelezen worden! Terwijl het Sjema dagelijks wordt gezegd, zijn de tien geboden uit de eredienst geschrapt.

Deze raadselachtige verandering kan maar op een manier verklaard worden: de joodse gemeenschap voelde zich bedreigd. Dat is in elk geval de uitleg die de joodse Talmoed geeft (in jBerachot 27a). Ketters beweerden dat alleen de tien geboden door God op Sinaï waren gegeven en dus alleen die woorden heilig waren. Daarmee brachten ze een rangorde aan tussen teksten van de Tora en wezen ze het gezag van allerlei rabbijnse inter­pretaties, de zogenaamde mondelinge Tora af. De rabbijnen besloten het tegendeel te bewijzen door de tien geboden maar helemaal niet meer te lezen in de synagogedienst! De tekst kon gemist worden; alle afzonder­lijke regels daarin kwamen ook elders in de Tora voor.

Een rabbijn legde dit conflict eens uit met verwijzing naar de Holywood-productie The Ten Commandments. Met allerlei speciale effecten werd de gave van de Tora nagebootst. Donder, bliksem en aardbevingen. De film suggereerde dat de tien geboden de kern van de Tora vormden, waarmee niets te vergelijken was. Maar, zo zei deze rabbijn, ook de regels die God eerder had gegeven of de voorschriften die niet in de tien geboden stonden waren zijn woorden.

Kerk en synagoge

Sinds de rabbijnse beslissing uit een van de eerste eeuwen zien we een opvallende ontwikkeling. De kerk heeft de tien geboden een centrale plaats gegeven. Al voor kerkvader Augustinus vormden ze een belangrijk onder­deel van de catechese en daarin werd hij gevolgd door de Rooms-Katholieke kerk. Bij de Reformatie zien we hetzelfde. Denk aan de plaats van de tien geboden in de Heidelberger Catechismus. Daarnaast worden de geboden echter ook wekelijks gelezen in de eredienst. De synagoge daarentegen heeft een dubbele houding ten opzichte van de tien geboden. Aan de ene kant zijn deze woorden van grote betekenis en vormen ze een samenvatting van Gods wil. De concrete voorschriften worden dan ook intensief bestudeerd en geïnterpre­teerd. Aan de andere kant wil de synagoge koste wat kost voorkomen dat deze samenvatting gezien wordt als vervanging van het geheel.

Hoewel de tien geboden joden en christenen zouden kunnen verenigen in de dienst aan God, is het toch vooral het conflict over de juiste uitleg die de onderlinge geschiedenis kenmerkt. Op de kathedraal van Parijs is de joodse gemeenschap afgebeeld als een geblinddoekte vrouw, met in haar hand de stenen tafelen van het verbond. In de 13e eeuw liet Henri III van Engeland de Joden een zichtbaar merkteken op hun kleding dragen. Op een wit stuk linnen moesten de twee stenen tafels zijn afgebeeld. Als christenen de tien geboden gebruikten als symbool voor het jodendom, deden zij dat in negatieve zin.

Tekst en interpretatie

De tien geboden zijn niet los te zien van de uitleg ervan. Voor het christelijk geloof vormen ze een heenwijzing naar Christus. In het beroemde St. Catherinaklooster bij de berg Sinaï wordt niet de gave van de Tora her­dacht en gevierd, maar de gedaanteverandering van Christus op een berg in Galilea. Hij werd er omgeven door Mozes en Elia en sprak met hen over Zijn Exodus, Zijn uitgang (Luc. 9:31). Op vergelijkbare wijze zag de Reformatie de tien geboden vooral als het middel waardoor we van zonde worden overtuigd. Paulus zelf sprak ook al van de wet als tuchtmeester die ons tot Christus brengt (Gal. 3:24).

Het jodendom heeft de berg Sinaï nooit heilig verklaard. Niet de plaats zelf maar de sluiting van het verbond tussen God en Zijn volk worden herdacht en gevierd. De tekst van de tien geboden is weliswaar indruk­wekkend, maar toch niet los te maken van de rest van de Tora.


Het verschil tussen de christelijke en de joodse interpretatie komt sterk naar voren in de manier waarop de episode van het Gouden Kalf wordt uitgelegd. De christelijke traditie zag daarin de bevestiging van Israëls onvermogen om de wet na te leven. De joodse traditie zag er juist de bevestiging van Gods verkiezing in. Na de zonde gaf God Israël immers opnieuw dezelfde voorschriften. Een joods verhaal zegt dan ook treffend dat de Ark van het Verbond niet alleen de nieuwe stenen tafelen bevatte, maar ook de eerste set gebroken stenen. Voor de synagoge vormen de tien geboden een teken van Gods genade. Daarover meer in een volgend artikel.

Kees Jan Rodenburg



Verschenen in: Kerkblad voor het Noorden, 19 maart 2010
Vervolg in Deel 2: Leren van de joodse uitleg