drs. C.J. Rodenburg

drs. C.J. Rodenburg

De wankele hut van het bestaan

Rabbijn Nathan Lopes Cardozo over de betekenis van het Loofhuttenfeest

Inleiding

De onzekerheid van het bestaan komt soms levensgroot op ons af, zoals tijdens en na nine-eleven. Sinds die datum probeert de wereld met man en macht de verloren zekerheid te herwinnen. Het Joodse volk weet alles van een bestaan dat getekend wordt door angst en onveiligheid. De recente oorlog in Libanon is maar een episode in een eeuwenlange geschiedenis van onzekerheid.

rabbijn Cardozo
Tijdens een studentenseminar dat het Centrum voor Israelstudies in oktober 2006 organi­seerde over de betekenis van Soekot, het Loofhuttenfeest, sprak rabbijn Cardozo over de vraag hoe een mens omgaat met de fundamentele onzekerheid van het bestaan.


Cardozo is afkomstig uit Nederland en nog altijd verbonden met de Portugees Joodse Synagoge in Amsterdam, maar intussen directeur van de David Cardozo Academy, een onderwijsinstelling waarin het Jodendom wordt geleerd in relatie tot de filosofie.

Wankele muren en een lekkend dak

Nathan Lopes Cardozo is een creatief denker, met een voorliefde voor grote vragen. In zijn boeken komt dat duidelijk naar voren, maar ook tijdens die ochtend in oktober in Jeruzalem waarop hij over de betekenis van Soekot spreekt. ‘De paradox van Soekot is dat we tijdelijk in een wankele hut wonen, een hut die op instorten staat, en ons daarin nog moeten verheugen ook.’

Rabbijn Cardozo vertelt hoe de Joodse geschriften zoals de Talmoed de voorschriften van de Tora uitleggen en hun toepassing voor het dagelijks leven tot in detail regelen. Heel het leven komt aan de orde, zowel het zuiver religieuze als het economische, zowel het internationale recht als de sexuele relaties.

‘Als het om Soekot gaat, dan zien we twee concrete voorschriften die opvallen’, zegt Cardozo, ‘en die hebben met de bouw van de loofhut te maken. Het zijn de voorschriften voor de muren en voor het dak. De soeka moet bestaan uit een aantal muren, die als het flink stormt niet mogen blijven bestaan, maar moeten instorten. Het dak moet bestaan uit takken, waar je doorheen kunt kijken en eventueel ’s nachts de sterren door kunt zien, maar waar ook de regen doorheen kan druppelen. Dat dak en die muur daar kun je je niet erg op verlaten.’

De vanzelfsprekendheid verlaten

Cardozo verhaalt over een Loofhuttenfeest van jaren geleden in Den Haag, toen de soeka ook inderdaad tijdens een storm instortte. In de dagen erna kwamen de nonnen van het naburige klooster de brokstukken terugbrengen! De rabbijn: ‘We hadden een goede soeka gebouwd, want hij viel uit elkaar toen de wind kwam en dat was nu precies de bedoeling. Als hij was blijven staan, dan had de symbolische betekenis niet doorgedrongen. Voor de kinderen was dit een belangrijke les.’ Wat is de te leren les? Dat de zogenaamde zekerheid niet zoveel zekerheid geeft. Tijdens Soekot verruilen Joden hun permanente huis van steen en beton voor een tijdelijk onderkomen.

Het verband tussen Soekot en de andere grote feesten van het najaar, Nieuwjaarsdag en Grote Verzoendag, licht hier even op. Tijdens Nieuwjaar staat het Koningschap van God centraal en Verzoendag is gecentreerd rond de gebeden om vergeving. Cardozo: ‘Als je hebt nagedacht over waar je staat in je leven, over je waarden, en beseft dat niet het materiële, maar het spirtuele en het morele centraal staan, dan ga je in hutje wonen dat de onzeker­heid van het bestaan symboliseert. Zo word je eraan herinnerd dat het leven complex is en leer je beseffen dat onzekerheden zoals stormen, natuurrampen en oorlogen onderdeel zijn van het bestaan. Onzekerheid is een belangrijke factor in ons leven. Het is de kunst om te leren leven met onzekerheid. Niet om er een pessimist van te worden, maar een realist. We moeten leren leven in een wereld waarin we niet weten wat er morgen zal gebeuren. We moeten leren niets vanzelfsprekend te vinden.’

Paradoxale vreugde

De Bijbel spreekt in het voorschrift voor Soekot dat we in het boek Deuteronomium vinden nadrukkelijk over de vreugde van het feest (16:15). Cardozo: ‘Dat is een paradoxale op­dracht! Niet alleen wil het feest ons leren leven met de onzekerheid van het bestaan, maar het wil ook dat we ons daarin verheugen. In de soeka moet worden gezongen en gegeten; het mooie meubilair en het zilveren servies worden er naartoe gebracht.’ Het Jodendom wijst zo een weg aan die de extremen van het grenzeloze optimisme en van het pessimisme vermijdt.

Cardozo ziet deze houdingen gesymboliseerd door de filosofen Epicurus met zijn ‘pluk de dag’ en Schopenhauer, die het leven nauwelijks de moeite waard vond en slechts zijn hond vertrouwde. Cardozo: ‘Het Jodendom vraagt zich, net als de andere monotheïstische gods­diensten, af hoe je als mens omgaat met de onzekerheid van het bestaan en toch de vreugde kunt vasthouden. Deze wereld is gecompliceerd en er wordt veel pijn geleden. Het is een Bijbels voorschrift om daarmee te leren leven en geen Epicurus of Schopenhauer te worden.’

Dood en leven

De bouw van de soeka blijkt meerdere betekenissen in zich te verenigen. Het symboliseert, zoals gezegd, de kwetsbaar­heid en de onzekerheid van het bestaan, maar het wijst ook op de waarde van het leven.

Het dak kan weer als illustratie dienen. Dat moet zo open zijn dat het lekt bij regen, maar geeft daardoor ook zicht op de sterren en dus de hemel. Cardozo: ‘De hemel staat symbool voor de eeuwigheid, dat er veel meer is dan wij als mensen weten en begrijpen. Dat geeft het Joodse volk een zeker optimisme. De oprichting van de staat Israël is zo’n gebeurtenis waar lang op gehoopt werd, maar die tegelijkertijd onvoorstelbaar leek.’

Een ander kenmerk van het dak is dat het van een bepaald soort materiaal moet worden gemaakt, namelijk van levend groen, groen dat niet toem’ah, onrein kan worden. Cardozo: ‘Onrein heeft in de Bijbel te maken met de dood. De priester die een dode of een kadaver had aangeraakt moest zich reinigen door onderdompeling in een ritueel bad, dat gevuld is met levend water. Onrein is dus wat in aanraking is gekomen met dat wat niet meer leeft.’ Dat het dak van de soeka is gemaakt van levend groen laat zien dat het leven niet alleen onzeker is, maar ook zijn mooie en waardevolle kanten heeft. En de regen die naar binnen sijpelt is hetzelfde natuurwater waarmee het rituele bad wordt gevuld waarin je je reinigt. Het leven in de soeka moet daarom ook zo prettig mogelijk zijn, met lekker eten, gezelligheid, speciale liederen, mooie versiering enz.

Cardozo: ‘We weten wel dat het leven niet allemaal fantastisch is in de wereld, maar we proberen daar zoveel mogelijk vreugde in te brengen. Dat is het antwoord aan zowel Epicurus als Schopenhauer. Je nergens zorgen om maken en ook pessimisme zijn beiden verkeerde houdingen.’

Twee poorten

Het leven vanzelfsprekend nemen is volgens Rabbijn Cardozo een gevaarlijke zaak. De mens verwondert zich dan nergens meer over, hij ziet het mooie en het veranderlijke niet meer. Het is de taak van religie om de mens de kunst om verwonderd en verbaasd te zijn te leren. Cardozo: ‘Er zijn twee soorten van lopen. Je kunt ergens naartoe lopen met een doel en je kunt wandelen zonder doel. Door de week moeten we rennen en lopen, op de sjabbat wandelen we en dan zien we de bloemen. En die zijn er, ondanks alle ellende van de wereld. Om dezelfde reden versieren we de soeka, omdat we ons voortdurend verwonderen.’


Cardozo wijst op een interessante tekst uit Ezechiel:

‘Maar wanneer het volk des lands op de feesttijden voor het aangezicht des Heren komt, dan zal wie door de Noordpoort binnengekomen is om zich neder te buigen, door de Zuidpoort naar buiten gaan en wie door de Zuidpoort binnengekomen is, zal door de Noordpoort naar buiten gaan. Hij zal niet door dezelfde poort terugkeren als waardoor hij binnenkwam, maar door die welke er recht tegenover ligt, naar buiten gaan.’

Cardozo: ‘De Joodse commentatoren trekken uit dit gedeelte de conclusie dat je in je leven nooit tweemaal hetzelfde moet doen. Wie twee keer door dezelfde poort loopt, raakt aan die poort gewend, en het is nu juist de kunst om nergens ooit gewend aan te raken, maar steeds verwonderd te raken’.

Kees Jan Rodenburg
Jeruzalem, 14 november 2006