studiereis > verslag > mei 2008

Zie ook de foto’s

‘Kennismakingsreis’ in mei 2008

Impressie van het studieprogramma

gebedHet doel van de Israëlreis was om meer te ontvangen dan alleen een kennismaking met het land Israël. We wilden mensen in het land ontmoeten: Joden en Arabieren, orthodoxe Joden, Messiasbelijdende Joden, Palestijnse christenen. We wilden luisteren naar de manier waarop zij vandaag leven; en in het bijzonder naar de manier waarop zij met de Bijbel willen leven, waarop zij hun geloof uiten en beleven. Deze ontmoetingen zijn er geweest. En ze hebben ons verrijkt. De reis heeft voor velen van ons een onvergetelijke indruk achtergelaten, niet in het minst door het studieprogramma waardoor ons bezoek aan Israël een enorme verdieping heeft gekregen.

Verschillende verwachtingen

Aan het begin van de reis hebben we met elkaar gesproken over onze eigen verwachtingen. We ontdekten hoe verschillend wij zelf zijn. Verschillende achtergronden, verschillende levensfasen, verschillende visies. Het was goed om die te delen met elkaar.


Daarbij hebben we ook benoemd, wat wij concreet verwachtten van de reis. Enkele antwoorden: meer verdieping in mijn kennis van het Jodendom, van het land Israël, van de situatie waarin de mensen zich hier bevinden; de ontmoeting met Palestijnse christenen, of juist de ontmoeting met Messiasbelijdende Joden; meer kennis van de politieke situatie en hoe mensen omgaan met het diepe conflict in het land; of juist de diepere betekenis van het Oude Testament als door en door Joods boek beter leren kennen. Ziedaar een paar antwoorden die gegeven werden.

Voor ieder speelde een belangrijke rol, dat wij méér wilden dan alleen iets van de buitenkant zien. We wilden letter­lijk dichter bij het Joodse volk komen, waarmee God zijn verbond gesloten heeft. Dichter bij de bronnen waaruit wij als christenen leven. En ook dichter bij broeders en zusters door het geloof in Jezus Christus, zowel onder Joden als Palestijnen.


Of dat veel voor ons geloof zou betekenen? Daar hadden we onze vragen over. We zouden vast niet meer gaan geloven, door de plaatsen te zien, waar God gewerkt heeft. Misschien zou het eerder moeilijker worden dan eenvoudiger, zeker als we zouden gaan ontdekken, wat er in de loop van de geschiedenis door de kerk van al die plaatsen gemaakt is. De reis heeft het inderdaad niet makkelijk gemaakt. Er zijn veel vragen bij gekomen.

En toch hebben we aan het eind van de reis geconstateerd dat de door ons uitgesproken verwachtingen boven onze verwachting zijn uitgekomen.


We zijn niet dichter bij de heilige plaatsen gekomen, als heilige plaatsen. Gaandeweg kregen we zelfs steeds minder behoefte om kerken te bezoeken die op heilige plaatsen gebouwd zijn. Er waren al niet veel van dergelijke bezoeken in het programma opgenomen, en de bezoeken die we brachten hebben niet veel verdieping aangebracht. We hebben wel veel verdieping ontvangen van de ontmoetingen met de verschillende mensen, zowel Joden als Arabieren, zowel met mensen waar we qua geloofsbeleving dichtbij stonden, als met mensen die voor ons besef aanvankelijk veel verder af leken te staan. We hebben gemerkt dat heiligheid niet aan een bepaalde plaats gebonden is, maar wel in mensen zichtbaar kan worden, doordat mensen willen luisteren naar de Woorden van God en die in hun leven willen laten spreken. Zo kan God zich op onverwachte momenten als de Heilige betonen. Daar hebben we iets van gemerkt met elkaar. En dat heeft deze reis een verdieping gegeven die ons bijblijft.

Herkenning bij ontmoetingen

De ontmoeting met een Messiasbelijdende Jodin bij het model van de tabernakel gaf voor ons direct al herkenning. De manier waarop zij vanuit het Oude Testament waar zij als Jodin mee leeft, liet zien wat de tempeldienst voor haar geloof betekent, riep diepe emoties van verbondenheid op. Tegelijk verdiepte het ons inzicht, dat het Nieuwe Testament en het werk van Jezus Christus niet te begrijpen is, als we het niet voortdurend zien vanuit het licht van het Oude Testament. Dat licht kwam op die plaats, in de Negev-woestijn waar het volk Israël doorheen gezworven heeft, heel dichtbij.


de HorebOp de berg Horeb waren we letterlijk dichtbij de plaats, waar God de Tien Woorden aan zijn volk gaf. De plaats zelf was niet heilig. We hebben later gehoord, dat de Horeb ook in het Jodendom niet heel bijzonder is. De heiligheid is niet verbonden aan één plaats, maar aan het Woord dat op die plaats geklonken heeft, en dat mensen in beslag neemt.


De lezing van Kees Jan Rodenburg is wat uitvoeriger in dit verslag opgenomen. De betekenis van de Tien Woorden in het Jodendom wordt door hem duidelijk belicht.


Yehuda GroentemanOok de lezing van Yehuda Groenteman over het gedeelte uit de Thora dat juist in die week in de synagoge gelezen werd, belicht in het bijzonder het begrip ‘heiligheid’ in het Jodendom. Hij benadrukte net als Kees Jan Rodenburg, dat plaatsen en mensen niet heilig zijn uit zichzelf, maar heilig worden, doordat zij zich apart laten zetten door God. Dat gebeurt met name in de synagogedienst, waar zij luisteren naar de Woorden van God en zich toewijden aan zijn lof. Maar dat gebeurt ook in het alledaagse bestaan, als zij leven met de Thora.

In het gesprek met de heer Groenteman kwam wel een verschil aan het licht, tussen de manier waarop in het Jodendom en in het christendom gedacht wordt over de manier waarop wij de geboden kunnen volbrengen. Principieel wordt in het Jodendom de gedachte van de erfzonde en de onmogelijkheid voor mensen om het goede te doen, verworpen. Dat leverde een stevig gesprek op over de mensvisie die daarachter schuilt. Toch kwamen we wel tot de conclusie, dat in de oproep tot heiliging en de manier waarop de geboden in het Jodendom worden toegepast, erg veel voor ons te leren is.


Dat is nog eens dichterbij gekomen door de ontmoetingen met de mensen die dat in de praktijk willen brengen. Naast de heer Groenteman denk ik dan aan de gids die ons rondleidde in kibboets Lavi. De introductie die we van hem kregen in het Joodse leven in de kibboets liet de praktijk van een leven met de Tien Woorden zien, die indruk naliet. Maar vooral de ontmoetingen met de orthodox Joodse gezinnen bij het begin van de sabbat in Jeruzalem hebben diepe indruk nagelaten. Eerst kregen we een uitleg van de synagogedienst en woonden we de dienst in de Jedidaja-synagoge bij. Daarna waren we te gast bij een twaalftal gezinnen voor een sabbatsmaaltijd. We hadden er ruim gelegenheid te spreken over de manier waarop zij als orthodoxe Joden hun geloof beleven en soms ook over de manier waarop wij ons geloof beleven. Degenen die naar de Klaagmuur gingen om het begin van de sabbat mee te maken, hebben daar eveneens iets van de vreugde van het leven met de geboden gezien en geproefd.

Van de Sinaï naar de Berg der zaligsprekingen

Naast de herkenning die er was, ontdekten we tijdens de gesprekken uiteraard ook veel verschillen tussen de Joodse en onze omgang met Gods geboden. Daar hebben we over doorgesproken. Soms met verwondering, soms met verbazing. Toch bleef het verlangen naar heiliging van Gods naam wel herkenbaar, en dat heeft ons steeds aan het nadenken gezet. We hebben verschillende verbindingslijnen gezien tussen de berg Horeb, waar we begonnen zijn, en de Berg der zaligsprekingen, waar Jezus de Bergrede heeft uitgesproken. Jezus sluit daarbij in veel opzichten heel nauw aan bij de geboden die op de berg Horeb gegeven zijn. Deze worden door Hem niet afgeschaft, integendeel.

Geschiedenis en het heden

Een onuitwisbare indruk heeft het museum Yad waShem op velen van ons gemaakt. De kennismaking met de recente geschiedenis van de uitmoording van de Joden in Europa deed ons stil worden. Ook de gids die zich in het Caesarhotel bij ons voegde en iets van zijn persoonlijke levensgeschiedenis verteld heeft voor een aantal van ons, gaf een indruk van de onnoemelijke wonden, die nog steeds een groot deel van de samenleving beïnvloeden.

We hebben een verdieping gekregen van het besef, dat wij als kerk heel bescheiden zullen zijn in ons spreken met het Joodse volk. Als we zien wat er de geschiedenis door fout gegaan is, zal ootmoed onze toon bepalen. Het recente verleden drukt nog steeds een stempel op het leven van velen in Israël.

Het conflict en verzoeningsinitiatieven

Tegelijk beseffen we, dat het Joodse volk in een enorme spanning leeft. De dreiging is niet iets uit het verleden, maar is een realiteit vandaag. Andersom is het ook een realiteit, dat er een muur is gebouwd, waardoor een echt contact met de Arabische bevolking voor de meeste Joden letterlijk ver weg blijft en waardoor veel Arabieren enorm beperkt worden in hun levensruimte.


We hebben bewust ook een bezoek gebracht aan mensen die aan de andere kant van die muur leven. De presentatie van de directeur van het Bethlehem Bible College liet ons zien, hoe christen-Palestijnen het evangelie gestalte zoeken te geven in de samenleving van de West-Bank. We merkten hoe complex de problematiek is waarin Joden en Arabieren op een beperkt grondgebied samenleven. Er is zo veel wantrouwen dat er nauwelijks nog met elkaar gesproken wordt.

Mooi was het om de initiatieven te zien, die onder meer vanuit de NEM genomen worden, om Arabische jongeren die slachtoffer zijn van het geweld aan een betere toekomst te helpen.

Indrukwekkend was ook de presentatie in het Palestijnse vluchtelingenkamp, hoewel een aantal van ons moeite had met de propagandistische inslag hiervan. Het was wel een unieke gelegenheid om dichtbij de mensen te komen, van wie het leven ook gestempeld is door de recente geschiedenis, en die zich door het beleid van de Israëlische regering nog steeds verdreven weten van hun eigen grondgebied. We hebben ook hun verhaal op ons in laten werken.

Des te meer indruk maakte de presentatie van de verzoeningsbeweging Musalaha. We hebben ontdekt dat het juist voor christenen steeds moeilijker is om in hun radicaliserende omgeving stand te houden. Velen trekken weg. We hebben diep respect gekregen voor de manier waarop door de mensen van Musalaha wordt gewerkt aan het bijstellen van de vijandsbeelden en het echt willen zien van elkaar.

Kloven en bruggen

De ontmoetingen in Nes Ammim hebben een eigen indruk nagelaten. Hier zagen we Westerse christenen die op hun manier bruggen proberen te bouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Ook daarin ontdekten we het verlangen om de liefde van Christus gestalte te geven, geïnspireerd door de Tien Woorden en de Bergrede.

De rondleiding van Ada Bres in Nes Ammim bracht de begintijd van de christelijke nederzetting in Galilea in herinnering. Bevlogen christenen hebben met weinig middelen in die tijd een dorp opgebouwd, dat metterdaad bruggen geslagen heeft tussen de Joodse en de christelijke wereld. Het was een voorrecht om Cor en Anneke van der Spek in de groep te hebben die in de beginjaren van Nes Ammim letterlijk meegebouwd hebben aan het dorp.

Op dit moment is dr. Simon Schoon bezig een nieuwe vorm te geven aan de oorspronkelijke doelstelling. Hij heeft vanuit de praktijk van vandaag gesproken over de ontmoetingsprogramma's die in en vanuit Nes Ammim worden georganiseerd.


In het gesprek bleek dat er wel een verschil van visie bestond tussen ons met betrekking tot de vraag, in hoeverre wij de taak hebben om Joden te wijzen op Jezus Christus als de enige weg tot behoud. Dat verschil in visie heeft wezenlijke gevolgen voor de praktijk van de ontmoeting. Tegelijk hebben we wel ontdekt, dat ondanks de verschillen die er zijn, zowel tussen Joden en christenen als tussen christenen onderling in hun denken over het Joodse volk, er ook zeer diepe banden zijn die ons verbinden. We ontdekten over verschillen heen een gezamenlijk verlangen om Gods naam te heiligen. Dat hebben we bij Joden en bij andere christenen herkend. En we hebben ondanks verschillen in het lezen van Gods Woorden juist daarin veel van elkaar kunnen leren.


Vanuit Nes Ammim trokken we naar de plaatsen waar Jezus gesproken heeft in Galilea. Niet zozeer de kerken die er gebouwd zijn, maar wel de omgeving en het meer van Tiberias maakten ons op verschillende momenten stil. Ook daardoor kwam het onderwijs van Jezus dichterbij. We zagen Hem als het ware lopen door de velden en varen over het meer, en we hoorden Hem spreken tot zijn discipelen en degenen die Hem volgden, doordat we gedeelten uit zijn Woord lazen en overdachten.


Het studieprogramma heeft aan onze verwachtingen meer dan beantwoord, zo bleek uit de evaluatiemomenten. We hebben geleerd te luisteren naar hen die wij hoorden spreken en naar elkaar. Juist doordat we letterlijk over grenzen hebben heengekeken, werden menselijke grenzen meer gerelativeerd. Onze groep zelf was er een voorbeeld van, dat we met de verschillen die er tussen ons waren dicht bij elkaar konden staan in de dingen die er echt toe doen in het leven met God. Zowel in ons verlangen om te luisteren naar zijn Woord, als in onze gebeden en lofprijzing.


De God van Israël komt de eer toe, voor wat we van Hem ontvingen!

Michael Mulder