studiereis > verslag > juni 2010

Zie ook de foto’s

Donderdag, 17 juni 2010

‘Dialoog’

geschreven door Willem Roseboom


Na een uiterst luxe verblijf in Lavi vertrokken wij met de bus richting Kapernaüm. In de bus begon de dagopening met Markus 2. De route liep langs het meer van Tiberias en ook langs de berg waar Jezus de Bergrede heeft uitgesproken.

Van het dorpje Kapernaüm zijn enkel nog ruïnes overgebleven. Eén belangrijke ruïne is waarschijnlijk het oude huis van de schoonmoeder van Petrus, en dus het logeeradres van Jezus. De inscriptie van Petrus is ook 2 keer in de muur terug te vinden. Eerst is dit een ‘domus ecclesiae’ geweest. Later is op de plek van dit huisje een achthoekig Byzantijns kerkje gebouwd, waar wel 100 keer de naam van God of Messias is terug te vinden. Nu is er een Franciscaner kerk boven gebouwd.

De ruïne van de synagoge stamt uit de 4e eeuw na Christus, maar is waarschijnlijk wel op dezelfde plaats gebouwd als de synagoge uit de tijd van Jezus. In verband met het thema van vandaag ‘dialoog’ is het opvallend dat de huiskerk en de synagoge zo dicht bij elkaar ston­den. Er is vast en zeker in de eerste eeuw(en) contact geweest tussen joden en christenen (zie Markus 1 en 2).

De kruisbestuiving blijkt verder uit het symbool van de menora. Voor joden was het eerst ten strengste verboden om afbeeldingen te maken. Daarom hadden ze ook geen herkenningsteken. In de 3e en 4e eeuw zijn ze echter toch de Menora gaan gebruiken als identiteitsafbakening ten opzichte van christenen, die gebruik maakten van een kruis.

Ook Lukas 7 lijkt op goede verhoudingen tussen Romeinen, Jezus en zijn volgelingen en de Joden te wijzen. De vraag blijft dan openstaan waar het mis is gegaan. Verklaringen worden dan gezocht in vervangingstheologie en joodse opstanden.
Helaas moest de profetie over Kapernaüm uit Mattheüs 11 wel in vervulling gaan. Jezus was blijkbaar toch niet heel positief gestemd over de dialoog in Kapernaüm. In 749 is het dorpje namelijk volledig verwoest.

Dan
Dan
Dan


Vervolgens zijn we afgereisd naar Dan, om via een prach­tig natuurpark bij de Hermon uit te komen bij het altaar van Jerobeam. Op deze plaats werd een alternatieve tempel gemaakt, omdat Jeruzalem te ver weg was. Jerobeam wilde de contacten met het tweestammenrijk zo veel mogelijk vermijden en zijn onderdanen uit Jeru­zalem weg houden. Dit moest tevens de onderlinge band van het tienstammenrijk verdiepen. Daarom kwam onder meer hier, in een priesteromgeving, een altaar te staan (net als in Beth El). Vragen die open blijven staan: Ging het hier om een politiek spel? En wat is de verhouding tussen het universele en particuliere in dit verband?


Het bezoek aan de resten van het dorp Biram is indruk­wekkend, niet zo zeer vanwege de 3e eeuwse synagoge, maar voornamelijk vanwege het verhaal van de Arabische christenen die in dit dorpje om veiligheidsredenen weg moesten bij één van Israëls oorlogen. Vervolgens heb­ben ze nog steeds niet terug mogen keren, ondanks uit­spraken van het Hooggerechtshof. Het boek ‘Zonen van Abraham’ (Elias Chacour) gaat over deze aangrijpende situatie. Op dit ge­bied is de dialoog ver te zoeken en wordt er hard spel gespeeld.


In Nes Ammim brengen we de avond door met Frans van der Sar, die namens de PKN uit­gezonden is naar deze christelijke kibboets om de joods-christelijke dialoog te blijven voeren. In het knusse kerkzaaltje horen we hoe complex het Joods-Arabische probleem is. De gewone mensen op de straat spreken elkaar nog nauwelijks en zitten vol vooroordelen. In Nes Ammin probeert van der Sar mensen en voornamelijk jongeren van de verschillende bevolkingsgroepen weer met elkaar in contact te brengen.

Van der Sar gaat er overigens al vrij snel van uit dat wij een orthodox christelijk pro-Israël standpunt innemen en gaat zodoende over tot verwijten als dat wij vergeten theologie in de realiteit en vanuit de realiteit te bedrijven. Het verweer van de meesten van ons is dat reële theologie ook een plaats geeft aan de Joden als volk van God. Niet vanuit de realiteit wordt theologie gemaakt, maar vanuit Gods Woord naar de realiteit.

in Nes AmmimWe spreken verder in groepjes over de verkiezing van Israël en geven allen onze asso­ciaties hierbij aan. In het plenaire gesprek daarna vindt van der Sar opnieuw dat wij te veel spreken in klassieke termen; hij mist de consequenties van onze perspectieven. Velen van ons worstelen met de problematiek en er wordt deze avond nog lang nagesproken of Van der Sar een stap te ver gaat; hoe de staat Israël zich verhoudt tot het joodse volk; of Israël in 1948 zelf het recht in eigen hand heeft genomen, enzovoorts.


Tegen de nacht voeren enkelen van ons nog een dialoog met enige joden, die een verjaardag vieren. Zij willen terecht op deze avond niet te veel over politiek praten. Eén man zegt dat de problemen zo opgelost zouden zijn als de politici niet aan hun eigen belangen zouden denken en als Palestijnen en Joden samen voetbal zouden kijken...


> vrijdag 18 juni