Bidden om vrede voor Jeruzalem... maar hoe?


Op 24 maart 2007 organiseerde het CIS een symposium over de politieke situatie in het land Israël en de vraag hoe een christen daar tegenover moet staan. Uit de manier waarop persoonlijk en vanaf de kansel gebeden wordt om vrede voor Jeruzalem blijkt dikwijls een stuk verlegenheid. Het CIS wilde met deze studiedag een handreiking bieden om in gezamenlijke bezinning verder te komen in deze concrete vragen.

de sprekers

v.l.n.r.: Kees Jan Rodenburg, Joël Voordewind en Salomon Bouman

Psalm 122

Drs. Michael Mulder - directeur van het CIS - opende het symposium met Psalm 122. Jeruzalem is in deze psalm méér dan een stad. Het is de plaats van ontmoeting met God en wordt zo een beeld van de vrede die God wil schenken. Deze vrede hangt samen met het huis van God, dat in Jeruzalem staat. Maar er is meer. God wordt ook geprezen voor de vrede die Hij schenkt in Jeruzalem, omdat daar de zetels van het recht staan. De vrede die bezongen wordt heeft alles te maken met de orde die God zelf gegeven heeft, dus met de Thora die van Jeruzalem uitgaat.

Naast de lofprijzing voor de vrede die God al schenkt vanuit Jeruzalem, is de psalm ook een hartstochtelijk gebed om vrede. Kennelijk is de vrede zoals de dichter die bezingt in zijn lofzang, nog niet compleet aanwezig. Hij bidt er ook om.

Onze bezinning staat in dezelfde spanning. Uitgaande van de beloften van God voor Israël en de lofprijzing op God die zijn volk niet loslaat, hebben wij ook de opdracht te zoeken naar vrede en daarom te bidden. Daar hoort het nadenken over de houding die wij daarin hebben aan te nemen nadrukkelijk bij. We beseffen dat ook vandaag het streven naar en gebed om vrede niet los gemaakt kan worden van Gods Thora, die is tot heil van mensen, Joden en Arabieren.

Bouman: Er is hoop

Drs. Salomon Bouman gaf een korte schets van de geschiedenis van de staat Israël. Hij benadrukte daarin dat de staat gesticht is door seculiere Joden. Niettemin heeft voor velen de staat een religieuze dimensie gekregen. Zeker na 1967 brak er een storm van Messiaanse kracht en verwachtingen los. Deze is door de voortgang van de geschiedenis inmiddels behoorlijk geluwd. Er is onder Israëli’s een verlangen, een hunkeren naar vrede. Tegelijk is men er in zekere zin bang voor. Want de realiteit laat zien, dat vrede naast niet samen te brengen is met de zekerheid om te kunnen blijven leven als volk in een veilige staat.

Bouman heeft enige hoop wanneer de lijn die Tzipora Livni op dit moment inzet, meer steun zal krijgen. Zij heeft als minister van buitenlandse zaken naar verluidt gesprekken gevoerd over de mogelijkheid in de toekomst tot onderhandelingen te komen met Palestijnen over het Arabische vredesplan.

Voordewind: verbonden en kritisch

Joël Voordewind

Drs. Joël Voordewind verantwoordde het standpunt van de ChristenUnie ten aanzien van de staat Israël. Enerzijds ziet hij Gods verbondstrouw en Gods hand in de geschiedenis, waardoor ondanks de geweldige weerstand bij de omringende naties de staat Israël gesticht kon worden en nog steeds bestaat. Anderzijds ontslaat dit besef van Gods handelen in de geschiedenis een christen-politicus niet van de opdracht kritisch na te denken over het handelen van de staat Israël. Daarbij hoort een politieke benadering vanuit het oogpunt van internationaal recht. De situatie van het Palestijnse volk zal daarin nadrukkelijke een plaats krijgen.

Voordewind benadrukte de noodzaak van veilige en erkende grenzen voor de staat Israël, zoals daarover reeds in de VN-resolutie uit 1967 gesproken werd; verder een afzwering van geweld en een erkenning van eerdere vredesakkoorden. Er is bovendien geen staat Israël denkbaar zonder Jeruzalem als hoofdstad. (Zie verder de integrale tekst van zijn lezing)

Rodenburg: Jeruzalem vanuit verschillende gezichtspunten

Kees Jan Rodenburg

Drs. Kees Jan Rodenburg gaf inzicht in de manieren waarop in Israël zelf door christenen gebeden wordt om de vrede voor Jeruzalem.

  1. Allereerst noemt hij de palestijns-christelijke bevrijdingsorganisatie Sabeel. In zekere zin is dat de stem van de kerk in Israël. Een deel van een gebed vanuit deze organisatie: ‘Geef ons de moed om bezetting tegen te gaan. Versterk onze toewijding om te werken aan rechtvaardigheid, vrede en verzoening tussen alle volkeren, in het bijzonder tussen Palestijnen en Israëli’s. Help ons om uw beeltenis te zien in ieder ander.’ Hier klinkt het conflict als context van het gebed sterk in door.
  2. Als tweede is er het gebed van m.n. de messiasbelijdende Joden. Daarin speelt de politieke situatie vaak minder sterk een rol. De vrede waar om gebeden wordt, is veel meer persoonlijk ingevuld. Er is in de kleine Joodse Messiaanse gemeenten een sterk verlangen te getuigen van het evangelie als een kracht van God tot behoud, eerst voor de Jood en ook voor de Griek. Daar gaat het hen vooral om, wanneer het om vrede gaat.
  3. Als derde noemt Rodenburg een groep buitenlandse christenen die het gebed zien als een middel om Israël te steunen tegenover hen die het bedreigen. Een bijzondere vorm van dit gebed is gebed als proclamatie. Tegenover de stemmen die klinken vanuit de mina­ret­ten beschouwen deze christenen zich als de wachters die door God zijn aangesteld op de muren van Jeruzalem, om de waarheid van God over die muren uit te roepen. Die waarheid is dat God Jeruzalem verkoren heeft en de muren daarvan voortdurend voor zich ziet. Het gebed maakt God deze belofte indachtig en proclameert dit woord des Heren aan en over de muren van Jeruzalem.
  4. Een vierde manier waarop in Israël voor de vrede van Jeruzalem gebeden wordt ziet uit naar de toekomst. In de Schotse Kerk in Jeruzalem staat het gebed te lezen: ‘... zoals U deze stad hebt liefgehad en uit medelijden om haar huilde, zo bid ik nu voor Sion en allen binnen haar muren: brengt haar bewoners bijeen onder de vleugels van uw liefde.’

Rodenburg zelf kiest een positie waarin hij enerzijds vasthoudt aan het bijzondere van de plaats van Jeruzalem in Gods plan en anderzijds aan de wereldomvattende bedoeling van God als het om zijn vrede gaat. Jeruzalem heeft een particuliere en een universele roeping en functie, zowel in het Oude Testament als in de Joodse gebeden. Als christen en in zekere zin als buitenstaander beseffen we hoe moeilijk het is de goede woorden te vinden in de huidige situatie. Ook wanneer wij ons onmachtig voelen zullen we niet mogen nalaten te bidden om Gods ontferming in de concrete situatie van het land en de stad.

Voortgaand gebed

In het gesprek waarvoor de studiedag ruim gelegenheid bood, kwam de intense betrokken­heid van de aanwezigen bij het onderwerp naar voren. De hoop werd uitgesproken dat het gebed om vrede voor Jeruzalem een grotere plaats zal krijgen in de kerken in onze tijd.