Verslag van de studiedag op 8 november 2010 met het thema:

Joodse volgelingen van Jezus,
brug tussen synagoge en kerk?


de sprekersOnder deze titel organiseerde het Centrum voor Israëlstudies (CIS) in Ede een studiedag op maandag 8 november 2010. De sprekers van deze dag waren:


Michael Mulder, directeur van het CIS, opende de dag met het lezen van Efeze 2:11-14 en 18-22, waar Paulus de verbondenheid schetst tussen de Joodse gelovigen en de gelovigen uit de volken. ‘In Christus zijn wij beiden één geworden. Vandaag willen we met elkaar na denken wat die verbondenheid betekent.’


Richard HarveyAls eerste sprak dr. Richard Harvey over de positie van de Messiaanse Joden en over de identiteit van de Messiaans Joodse theologie. Hij ver­telde dat zijn familie afkomstig is uit de plaats Essen in Duitsland. Zijn directe familie is vroegtijdig gevlucht naar Engeland, waardoor zij de Tweede Wereldoorlog hebben overleefd.

Harvey bracht de positie van de Messiasbelijdende Joden naar voren aan de hand van een stoelen-metafoor. In zijn visie is er geen sprake van twee stoelen, de synagoge en de kerk, waar de Messiasbelijdende Joden tussen vallen, zoals zo vaak gedacht wordt. In Gods werke­lijkheid is er één grote stoel met hen juist in het midden. Een kerk die het zonder Israël wil doen en een synagoge die het zonder Jesjoea wil doen, zitten beiden op de rand van deze stoel en lopen het gevaar er aan de zijkant vanaf te vallen.

Volgens Harvey zijn er verschillende uitdagingen voor de Messiaanse beweging: Messias­belijdende Joden zijn het zichtbare teken van Gods trouw aan Israël. Zij herinneren aan de Joodse Jezus en de Joodse achtergrond van de Bijbel. In de theologie mogen zij zowel de dogma’s herdefiniëren van de kerk als van Israël. Zij zijn Israël in de kerk en de kerk in Israël.

Eén van de uitdagingen die Harvey noemde in zijn betoog is de verantwoordelijkheid van de Messiaans Joodse beweging tegenover hen die Israël liefhebben en op zoek zijn naar de Joodse wortels van hun geloof. Zij hebben een gids nodig in hun getuigenis, identiteit en geloof. Messiasbelijdende Joden kunnen die gids zijn.

Tot slot roept Harvey de christenen op om te bidden voor de Messiaanse beweging, dat zij werkelijk Joods kan zijn, dat zij werkelijk Messiaans kan zijn, dat zij werkelijk deel is van het Lichaam van Christus!


Evert v.d. PollDe tweede spreker was dr. Evert van de Poll, die de betekenis van Messias­belijdende Joden voor de christelijke gemeente aan de orde stelde. Hij noemde een aantal punten waaruit de betekenis blijkt van de Messias­belijdende Joden voor de christelijke gemeente. Zo kunnen we er niet omheen dat het een groot Godswonder is dat het Joodse volk nog steeds bestaat. Door de donkere geschiedenis heen is het Joodse volk blijven bestaan en in hen ook de Messias­belijdende Joden, wat zelfs nog een groter wonder te noemen is.

Daarnaast is er een relationele betekenis: Messiasbelijdende Joden en christenen uit de volkeren hebben een relatie tot elkaar door het geloof in Jesjoea. Deze relatie brengt met zich mee dat we belangstelling hebben voor elkaar en betrokken zijn op elkaar.

Van de Poll roept vanuit de geschiedenis op om niet alleen schuld te belijden aan het Joodse volk als geheel, maar in het bijzonder ook aan de Messiasbelijdende Joden. Herinneren is een activiteit, een werkwoord. Met een herinnering ben je actief bezig.

Messiasbelijdende Joden hebben een brugfunctie in het gesprek van de kerk met de Joden.

Van de Poll zegt dat hij niet mee wil doen in het gesprek tussen de kerk en de Joden als zijn Messiasbelijdende Joodse broeders worden uitgesloten. Evenzo zou hij het als kwetsend ervaren ergens uitgenodigd te worden terwijl erbij gezegd wordt dat zijn vrouw niet welkom is. Juist de Messiasbelijdende Joden willen graag met hun volksgenoten over het Evangelie spreken. ‘Onze rol is hen te ondersteunen in het getuigenis onder het Joodse volk’.


Kees Jan RodenburgNa de middag pauze kwam drs. Kees-Jan Rodenburg aan het woord. Hij stelde de brugfunctie van de Messiasbelijdende Joden ter discussie. Hij gebruikt zelf de term Messiaanse Joden, omdat het woord Messiasbelijdende Joden nog zoveel meer betekenissen in zich bergt. Het liefst spreekt hij over Joodse volgelingen van Jezus en wil het woord ‘Messiaans’ zoveel mogelijk vermijden.

Rodenburg ziet hen veel meer als ‘bruggetjes’ dan als een brug. Er zijn tussen Joden en christe­nen, Joodse volgelingen van Jezus en Joden mooie waardevolle momenten, maar die fungeren niet als brug. ‘Zolang we blijven spreken over de brug, houden we de kloof die er is in stand.’

De reactie van Richard Harvey op dit statement van Rodenburg kwam ook niet overeen met de brug. Hij zegt: ‘Ik ben niet de brug tussen christenen en Joden, ik sta zowel aan de Joodse kant waar ik volledig Joods ben en ik sta aan de christelijke kant waar ik volledig christen ben. Ik voel mij aan beide kanten thuis en heb niet de behoefte om een brug te moeten zijn’.

Leonneke Romeijn
Vervolgens mocht ondergetekende een korte bijdrage leveren en vertellen over het onderzoek dat ik in het voorjaar heb uitgevoerd onder Messias­belijdende Joden in Nederland. Vooral de uitkomsten van de verschillende vragen die binnen het onderzoek zijn gesteld, heb ik deze middag belicht. De belangrijkste conclusie die naar voren is gekomen uit het onderzoek is dat de meeste Messias­belijdende Joden hun Joodse identiteit sterk beleven. Het geloof in Jesjoea wordt juist door de Joodse identiteit dieper ervaren en beleefd.


Peter Davidson sprak over zijn zoektocht naar zijn Joodse identi­teit. Deze is in zijn jeugd nauwelijks aanwezig geweest, in ieder geval op de achter­grond gebleven. Hij is groot gebracht in de Gereformeerd-Vrijgemaakte kerk waar weinig of geen aandacht is voor het Joodse volk en Israël. Peter DavidsonSinds hij op zoek is naar zijn Joodse identiteit ervaart hij dit steeds meer als een groot gemis en voelt zich nauwelijks nog thuis in zijn eigen kerk. Veel begrip ervaart hij in de Messiaanse gemeente van Benee Awraham in Amersfoort. Hij zegt daar­over: ‘Met weinig woorden word ik begrepen in mijn worsteling.’

De Bijbelse feesten die hij het afgelopen jaar heeft mogen meevieren, ervaart Peter als heel bijzonder. Hij is zich veel meer in deze Bijbelse feesten gaan verdiepen en vindt het noodzakelijk dat ook de kerk zich gaat bezinnen over de betekenis van deze feesten. ‘De diepe betekenis van deze feesten heeft de gemeente van Christus ook nodig.’


de zaalDe sluiting van deze bijzondere studiedag lag in handen van prof. Pieter Siebesma. Met elkaar hebben we onder de prachtige muzikale begeleiding van Evert van de Poll eerst Psalm 118:1 in het Hebreeuws gezongen. Daarna sprak Pieter een gebed uit in het Nederlands en in het Engels en eindigde met het ‘Onze Vader’ in het Hebreeuws.

Léonneke Romeijn



(Dit verslag is met toestemming overgenomen uit het blad van Hadderech, waar dit verslag oorspronkelijk in verscheen. Met dank aan de vereniging Hadderech.)