Dit artikel mag gebruikt worden als kopij voor bv. een gemeenteblad. Zie wel de Voorwaarden
Het verwelkomen van de Sjabbat
De Sjabbat begint met de zonsondergang op vrijdagavond. Op dat moment wordt zij verwelkomd in de synagoge. Daar wordt eerst nog gezamenlijk met middaggebed gebeden. Direct daaropvolgend begint de liturgie voor het binnenhalen van de sjabbat, Kabalat Sjabbat. Die is elke week vrijwel hetzelfde, althans wat woorden betreft; er kunnen wel verschillende melodieën gebruikt worden.
Het is bijzonder om dit mee te maken bij de Kotel (de zgn. ‘Klaagmuur’), waar dan veel verschillende diensten zijn, in groepen van minstens tien man. Maar ik vind het nog sprekender om een dienst helemaal mee te maken in een synagoge.
In de meeste gemeenten wordt eerst Jedid nefesj gezongen, een lied van verlangen naar God.
Daarna komen de Psalmen 95 t/m 99. Die kunnen gereciteerd worden, waarbij dan de voorzanger het begin en het einde hardop zingt, en de anderen stil of zachtjes de woorden bidden. Vaak worden een paar van deze Psalmen door de gemeente gezamenlijk gezongen.
Aansluitend wordt staande Psalm 29 gezongen, die door sommigen wordt gezien als beschrijving van hoe God de Tora gaf, vanaf de berg Sinaï. De Psalm beschrijft een enorm tumult, teweeggebracht door de Stem van de HERE, maar het laatste woord is ‘vrede’.
In veel gemeenten komt er nog een gebed, Ana bakoach : “Laat toch, door Uw kracht, het gebonden volk vrij worden; sterk ons, reinig ons...”
Dan komt het hart van deze dienst, het lied Lecha Dodi. Dit lied is gedicht in de 16e eeuw, door rabbi Sjlomo Halevi (de eerste letters van de eerste 8 coupletten vormen zijn naam). In die tijd ontstond in Safed, de stad van de Joodse mystiek, de gewoonte om de velden in te gaan om “koningin” en “bruid” Sjabbat te begroeten. Nu wordt het lied in de synagoge gezongen. Het refrein is:
Kom, mijn liefste, de bruid tegemoet;
laten we de Sjabbat verwelkomen.
Daartussen komen de coupletten. Een aaneenschakeling zinspelingen op Bijbelwoorden en mystieke gedachten. Zo wordt bv. gezegd: In één woord klonken “gedenk” en “onderhoud” (het gebod voor de Sjabbat is verschillend in Ex. 20:8 en Deut. 5:18); zo sprak Hij die één is. Laten we de Sjabbat tegemoet gaan, want zij is de bron van zegen. Zij is laatste van Gods daden (de zevende dag) maar eerste in Zijn gedachten (zij stond Hem steeds voor ogen). Sta op, schud het stof van u af, trek een schitterend gewaad aan. Word wakker, uw licht is gekomen; sta op, lichtend!
Bij het negende couplet gaat iedereen staan; men keert zich naar de ingang van de synagoge, en buigt.
Kom in vrede, kroon van haar echtgenoot,
kom met vreugde en blijdschap
te midden van de getrouwen van Gods eigen volk
kom, bruid; kom, bruid!
Bij het dan nog één keer klinkende refrein keert ieder zich weer naar voren.
Nu komen Psalm 92 (“een lied voor de Sjabbat“) en 93. Vaak volgt dan een preek, die betrekking heeft op het gedeelte van de Tora dat de volgende morgen in de synagoge gebeden gaat worden. Aansluitend komt dan nog het avondgebed.
Zo begint de sjabbat die echt een dag apart is, een feest, een dag met een aureool!
ds. Aart Brons
(verbonden aan het CIS, zie: www.centrumvoorisraelstudies.nl)