studiereis > verslag > april 2007

‘Tussen twee bergen’

Verslag van de studiereis in april 2007

er zijn kamelen beschikbaar voor de nachtelijk tocht naar bovenDonderdag 12 april
thema: De Sinaï

Het merendeel van de deelnemers aan onze reis wordt deze ochtend al vroeg gewekt. Deze keer niet via de telefoon maar door geklop op de deur. We gaan namelijk een van de hoogste bergen van de Sinai beklimmen en dat betekent vroeg opstaan. Bij zonsopgang moeten we de hoge top bereikt hebben om het mooie schouwspel van de zonsopgang te bewonderen.


Nadat we koffie hebben gedronken om wakker te worden, vertrekt de bus om kwart over 2 bij ons hotel ‘Morgenland’. Gewapend met zaklantaarns beginnen we om half 3 de klim van ongeveer 800 meter naar de top van Gebel Musa of de berg van Mozes, die op 2.285 m hoog ligt. Deze berg wordt in de traditie geïdentificeerd met de berg Horeb, waar de God van Israël Mozes de ‘Ten Commandments’ heeft gegeven. Onze groep draagt de naam Mozes en de gids probeert met succes de groep in het donker bij elkaar te houden door telkens deze naam te roepen. Dit roepen is echt wel nodig, want met ons klimmen nog vele andere groepen naar boven, allen aangespoord door hun gids. Voor een enkeling van de groep is de klim wat zwaarder dan gedacht, zij stappen onderweg op een kameel om zich zo verder te laten dragen.


het eerste zonlicht op de bergenEenmaal boven aangekomen, duurt het wachten op de zon niet lang meer. Half 6 is het zo ver; als een rode bal rijst de zon boven de bergen op. Een prachtig schouwspel!


We moeten daarna wel even bijkomen van de kou met een kop warme koffie of chocolade­melk. Hierdoor verwarmd, kunnen we de tocht naar beneden beginnen. Al lopend naar beneden kunnen we nu genieten van de prachtige uit rotsen bestaande bergen om ons heen. Halverwege de afdaling komen we bij de plaats waar Elia volgens de traditie naar toegevlucht zou zijn in de woestijn. Daar stoppen we voor de morgenwijding door Hans van der Velden vanuit Exodus 34.


De afdaling naar beneden brengt ons tegen 9 uur bij het St. Catharinaklooster. De rest van de groep wacht ons daar op met een ontbijt. Dit smaakt na zo’n lange tocht voortreffelijk.


het Catharina-kloosterHet klooster, dat prachtig gelegen is bij een bron aan de voet van de ‘berg van Mozes’, behoort tot de Grieks-Orthodoxe kerk. Helena, de moeder van keizer Constantijn, heeft in de 4de eeuw deze plaats als een heilige plaats aangewezen. Zij vond hier bij de bron waaruit de 7 dochters van Jetro, de priester van Midian, geput hebben, de plaats waar ‘de brandende braamstruik’ heeft gestaan. Nog steeds is daar een uitbundige groene struik te bewonderen.


De tocht door de gebouwen van het klooster voert ons ook langs het knekelhuis, waar we een blik mogen slaan op honderden doodskoppen en beenderen van monniken, die hier leefden hun gebeden zeiden en stierven. Een skelet is nog volledig compleet, het behoorde toe aan de heilige Stephanos, die stierf in het jaar 580.

We bewonderen de prachtige Byzantijnse iconen die tentoongesteld zijn, alsmede een stukje van de Codex Sinaiticus. Deze Codex, die gedateerd is in de 4de eeuw, is onder het voorwendsel om deze te kopiëren door Von Tischendorf in 1859 meegenomen en daarna nooit meer teruggekeerd. Als cadeau gegeven aan Tsaar Alexander II is de Codex via de Russische Revolutie in 1917 nu terechtgekomen in het Brits Museum.


de Bibliotheek in het Catharina-kloosterHierna worden we uitgenodigd om de oude bibliotheek te bewonderen. Deze bibliotheek, die alleen door die van het Vaticaan wordt overtroffen in belangrijkheid, bevat ongeveer 6000 manuscripten, waarvan 4500 hand­geschreven en van deze 3000 in het Grieks. Daarnaast in diverse talen waaronder Arabisch, Armeens, Koptisch, Georgisch en Syrisch. De teksten hebben hoofdzakelijk betrekking op theologie, maar daarnaast bevat de bibliotheek ook historische, dichterlijke en wetenschappelijke werken. Tevens worden in deze bibliotheek de oudste complete Aramese en Griekse Nieuwe Testamenten bewaard.


Het is indrukwekkend om tot je te laten doordringen welke rijkdom aan geschriften hier in de loop van de eeuwen bij elkaar vergaard is.


De monnik, father Nilson, neemt ons nu mee naar het dak van het klooster voor zijn lezing over ‘de Tien Woorden in de Oosterse Kerk’. Hij benadrukt de belangrijkheid van de plaats waar we zijn. Het brandende braambos was de manifestatie van Gods aanwezigheid, Mozes ontving hier de Ten Commandments, dat was de eerste keer dat de heiligheid van de goddelijke Drie-eenheid hier aanwezig was, Elia was op deze plaats en ook de apostel Thomas kwam hier voordat hij naar India ging.

Kees Jan intorduceert father Nilson

Adam en Eva, die God kenden maar ook de Heilige Geest, werden na de zondeval uit het paradijs verdreven. Zij deden het kwade. Daarom kwam God in Jezus neer, hij kwam tot de mensen zonder hen te vernietigen. Christus was een en al licht en heeft de mensen met God verzoend. De verhouding werd hersteld zoals deze was voor de val van Adam.

Bij de opstanding van Christus werden de graven geopend. Mozes werd toen opgewekt. Elia stierf nooit, God bracht hem in de woestijn. Bij de 2de komst van Christus zullen ziel en lichaam van de mensen weer een worden.

De Tien Woorden zijn belangrijk in ons leven, ze vormen een deel van de gelovigen. Wanneer de Heilige Geest zich in ons manifesteert, leert die je de Tien Woorden. Wanneer de gelovige een deel hiervan kent, kent hij het geheel.


het Morgenland hotelNa de woorden van father Nilson gaan we met de bus terug naar het Morgenland hotel, waar we de lunch gebruiken. Het is tegen tweeën wanneer we met de bus vertrekken naar Eilat. We rijden aan een stuk door, hebben nogal wat oponthoud bij de grens van Egypte met Israël, maar komen dan toch rond kwart voor 8 in ons hotel Vista te Eilat aan.


Na het diner houdt voor ons Tom S., lid van de Messiasbelijdende gemeente en mede­werker van de Shelter te Eilat, een lezing. Tevens is hij betrokken bij het model van de tabernakel in het Timna Park.

Hij vertelt ons dat Joden verwachten dat Christenen hen haten. Wanneer je vertelt dat je geïnteresseerd bent in hun leven en cultuur, begrijpen ze dat niet. De reden van de interesse is Jezus.

De grote scheiding tussen religieuzen en seculieren in het land is groeiende. Seculieren hebben een zionistisch ideaal: de staat Israël. Toch hebben veel Israëlisch dit ideaal van hun ouders niet overgenomen, daardoor is er een spiritueel vacuüm ontstaan. Er is spirituele honger: vele jongeren gaan tijdelijk naar India, op zoek naar een goeroe.

Christenen missen veel dat de Messiasbelijdende Joden wel hebben: o.a. het zien van de bijbelse woorden in de Hebreeuwse context. Tevens missen Christenen de profetische inspiratie, de vervulling van de bijbelse profetie is niet gestopt bij de komst van de Messias.

De Messiaanse beweging is erg divers, sommige groepen lijken op de synagoge.

De spreker ziet zichzelf als een christen die houdt van Israël. Om zich heen ziet hij een groeiend aantal Joden die niets weten van religieuze zaken. Ondanks hun gebrek aan kennis, emigreren ze naar het land Israël. Dat biedt een scala aan mogelijkheden om met de boodschap van het evangelie naar mensen toe te gaan. Hij ziet in dit verband een aantal groepen:

Er volgt een levendige discussie. Een punt hieruit: Messiasbelijdende Joden geloven niet dat de mondelinge traditie op de Sinai gegeven is. Zij vinden daarom het OT belangrijker dan de rabbinale traditie.


Rutger Mauritz verzorgt voor ons de avondsluiting vanuit Psalm 18. Na deze lange en enerverende dag is het daarna voor iedereen tijd om z’n kamer en bed op te gaan zoeken.

Hetty van den Boogert

> Vrijdag 13 april