studiereis > verslag > mei 2008

Brief van de voorzitter van het CIS

Aan de deelnemers van de Israëlreis, georganiseerd door het Centrum voor Israëlstudies

Vlaardingen, 6 mei 2008


Beste reisgenoten,


De week waarin ik deze brief aan u schrijf is een bijzondere. Niet alleen omdat deze week begon met de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en het vieren van de Bevrijding. Niet alleen omdat u bezig bent met voorbereidingen voor wat een boeiende reis belooft te worden. Maar zeker ook omdat deze week, op 8 mei, het zestig-jarig bestaan van de staat Israël wordt gevierd. Vol verwondering staan we er bij stil, maar laten we niet vergeten hoeveel pijn en moeite het heeft meegebracht. Voor Israël zelf en voor het Palestijnse volk dat al eeuwen in het gebied woonde, waartoe ook veel christenen behoren. U gaat naar het beloofde land in een opmerkelijke periode. Misschien is het voor u of voor jou de eerste keer. Van harte wens ik u een fijne, leerzame en vernieuwende reis toe.


Het thema is bijzonder interessant: ‘tussen twee bergen’ reist u. Te beginnen in de Sinaï­woestijn, om onder de indruk te komen van de veertig jaar die het volk in de woestijn doorbracht en stil te staan bij het nauwelijks te bevatten gebeuren van de verbondssluiting op de Horeb. Via Jeruzalem gaat het dan naar het noorden van het land en daar zult u iets van de stilte op de grashellingen van de Berg der Zaligsprekingen meemaken. Hier gaf Jezus de grondwet van het Koninkrijk der hemelen.

U krijgt op deze reis de nodige bagage mee! Veel om over na te denken. Hoe leven wij als christenen-uit-de-heidenen met de Thora en de Tien Geboden en hoe leven we uit de Bergrede?


Toen ik zelf voor het eerst in Israël was, in 1995, was ik diep onder de indruk. Ik kon niet ophouden na te denken over de bidders bij de Klaagmuur, die van dag tot dag present zijn. Tot Wie bidden zij? Niet de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Wel tot de God van Abraham, Izaäk en Jacob, de God der vaderen. Hoe zal God het gebed verhoren dat oprecht, maar niet in Christus’ naam wordt gebeden? Wat betekent het dat wij God hebben leren kennen als de Zender van Zijn Zoon? Zouden wij Hem kunnen kennen zonder Zijn openbaring aan Israël? Bij de vele bezoeken die ik in ’95 en de jaren erna bracht aan Messiasbelijdende gemeenten kwamen die vragen vaak terug. U zult onderweg ook vertegenwoordigers van hen ontmoeten en stel hen al uw vragen!


Deze reis wordt georganiseerd door het Centrum voor Israëlstudies, CIS. Het CIS is een bijzonder samenwerkingsverband van drie instellingen: de deputaten Kerk en Israël van de Chr. Ger. Kerken, de Ger. Zendingsbond in de Prot. Kerk van Nederland en de Chr. Hogeschool Ede.

Het CIS werd in 2002 officieel opgericht, maar de wortels gaan veel verder terug. De deputaten van de Chr. Ger. Kerken hebben al een lange en brede ervaring met het beschikbaar stellen van een consulent in Jeruzalem om de ontmoeting met het Joodse volk te bevorderen en de relatie kerk-Israël grondig te doordenken. In de jaren 90 raakte de GZB via het werk van dr. Leon Meijer intensief betrokken op Israël. Dhr. Meyer verrichtte in opdracht van de GZB een studie naar het ontstaan van Messiasbelijdende gemeenten in Israël (de eerste kwam er in 1967!) en daarbij werd ook een studie- en adviescommissie opgericht om het werk te begeleiden.

Net na de afgelopen eeuwwisseling ontmoetten vertegenwoordigers van de deputaten, GZB en CHE elkaar en deelden het verlangen om de vragen rondom Israël, de kerk en de zending gezamenlijk en met nieuw elan ter sprake te brengen. Ooit was in de jaren ’70 en ’80 een ‘Bezinningscomité Israël’, waaraan onder meer de namen van dr. S. Gerssen, dr. H. Vreekamp, ds. C. den Boer, dr. J. vd Graaf, ds. M. van Campen en Pé Koelewijn verbonden waren. Dat comité leidde een sluimerend bestaan, maar het ‘zicht op Israël’ was niet weg, en via ds. van Campen werd dat in het CIS ingebracht! Intensieve gesprekken vol herkenning leidden tot de officiële oprichting van het Centrum voor Israëlstudies in 2002.


Vanaf de oprichting staan drie kernwoorden centraal:

  1. Luisteren (de stemmen van het Joodse volk grondig beluisteren en doorgeven),
  2. Dienen (zoeken dienstbaar te zijn aan het Joodse volk, waar mogelijk puin van het verleden te ruimen),
  3. Getuigen (in alle bescheidenheid op huisbezoek gaan in de tenten van Israël en niet te zwijgen over de grote Zoon van Israël, de Messias).

Ds. van Campen werd de eerste directeur. Hij werd ruim twee jaar geleden opgevolgd door drs. M. Mulder.

Het CIS maakt een stormachtige groei door. Spoedig kon een Israëlconsulent worden aangesteld. Drs. Kees Jan Rodenburg werd in oktober 2003 in die dienst ingeleid en ging met zijn gezin in Jeruzalem wonen. Toch is het CIS bepaald geen grote organisatie. De directeur verricht veel werk in slechts een (officiële) werktijd van twee dagen per week. Werkgroepen en vrijwilligers uit het hele land helpen bij het organiseren van studiedagen en ontmoetingen, het voorbereiden van publicaties en de website.


Graag beveel ik het werk van het CIS en met name ook het werk van Kees Jan Rodenburg in uw voorbede. Ik hoop ook dat u het CIS in financieel opzicht wilt blijven steunen.


In gedachten reis ik met u mee. Ik twijfel er niet aan dat deze reis, onder de bezielende en deskundige leiding van drs. Michael Mulder en drs. Kees Jan Rodenburg, een belangrijk spoor in uw leven zal trekken. Wie eenmaal intens in aanraking is gekomen met Gods eigen volk, waarvoor de beloften niet zijn opgehouden en wie begonnen is na te denken over het mysterie van Gods weg met zijn volk en met de gemeente, kan er niet meer los van komen. Deze roots van het christelijk geloof en van de christelijke gemeente kun je nooit zonder schade verwaarlozen. Als je Israël vergeet, zaag je de tak door waar je zelf op zit.

Ik wens u mede namens het bestuur van het CIS een gezegende reis en goede ontmoetingen toe!


In de Messias verbonden,
ds. N. M. Tramper
(voorzitter CIS)

> Impressie van het studieprogramma