studiereis > verslag > december 2008

Studentenreis in december 2008

Reflectie en evaluatie


De reis was bedoeld als studiereis. Dat betekende dat we regelmatig bijeen kwamen om door te praten over wat we gezien en gehoord hadden. Elke dag werd afgesloten met een korte terugblik en evaluatie. Daarnaast namen we echter ook expliciet de tijd om aan elkaar te vertellen hoe we de reis ervaarden. Aan het begin verwoordden de deelnemers de vragen waarmee ze de reis begonnen. Halverwege bespraken we de indrukken tot dan toe en aan het einde van de reis kreeg iedereen de gelegenheid om te vertellen of er antwoorden waren gekomen op de beginvragen.


Het studieprogramma werd begonnen met een avond over Feiten en mythen rond Chanoeka en Kerst. Op deze avond inventariseerden we de kennis van de deelnemers over de twee feesten en bespraken we hoe ze aankeken tegen de oorsprong en de latere ontwikkeling van zowel Chanoeka als Kerst. Feit en mythe bleken lang niet zo makkelijk van elkaar te scheiden als werd gedacht. Daarnaast bleek dat het maken van een scheiding een uiterst subjectieve aan­gelegenheid is. Wat de een aanmerkt als feit ziet de ander als mythe, en andersom. In de loop van het studie­programma zou meerdere keren duidelijk worden dat mythen rond de feiten en interpretaties van gebeurtenissen vaak sterker zijn dan de feiten zelf.

Tijdens de eindevaluatie probeerden we een aantal aspecten van het studieonderwerp op een rij te zetten.

We hebben tijdens deze reis gezien hoe religie zich niet in een vacuum ontwikkelt maar voortdurend beïnvloed wordt door de omgeving en ermee in gesprek is. Zowel rond chanoeka als Kerst zijn daardoor zeer uiteenlopende interpretaties ontstaan. De feesten kunnen volledig geestelijk/spiritueel worden geduid als ook politiek en nationa­listisch. Tijdens de reis kwamen we daarvan verschillende voorbeelden tegen.


In verband met Chanoeka stonden we stil bij de volgende punten:


In verband met Kerst spraken we door over:


Afgezien van de hedendaagse interactie tussen Kerst en Chanoeka, hebben we in de periode van het ontstaan van het normatieve Jodendomen christendom weinig directe vormen van ontlening over en weer gevonden. Hoewel bij beide feesten soortgelijke motieven een rol spelen, zoals ‘licht’, is er te weinig bronnenmateriaal dat een nauwere band rechtvaardigt.

Beide feesten afzonderlijk zijn uitvoerig aan bod gekomen, in hun bredere sociale en religieuze context. Daarbij werd zowel naar het verleden als het heden gekeken. Bij beide feesten kon ook studie en praktijk goed gecombineerd worden.

Tevens hebben we aandacht kunnen besteden aan de oorsprong en ontwikkeling van de islam en christelijk-islamitische relaties in het huidige Israël.


Onze dank gaat uit naar de volgende subsidievertrekkers: de Protestantse Kerk in Nederland, het Interkerkelijk Contact Israël en het Centrum voor Israëlstudies.

Kees Jan Rodenburg
Bart Wallet