studiereis > verslag > april 2010

Zie ook de foto’s

Vrijdag, 9 april 2010

geschreven door Wouter van Grootheest


In de vroege ochtend vertrokken we naar het westen, richting Tel Aviv en naar onze bestem­ming Neve Shalom, alias Wahat-al-Salam. Dit is een dorp van Palestijnen en Joden die be­wust samenleven. (Zie de Nederlandstalige website www.nswas.nl.) Hoog lag het op de heuvels, en in de warmte. Een waar ‘Oord van vrede’.

We kregen in een bunkerachtig, half ondergronds gebouw een uitgebreide toelichting van een bewoonster. Ze gaf uitleg over hun unieke - want tweetalige - schoolsysteem, hun ontmoetings­centrum ‘School of Peace’ (met logeerfaciliteiten) en het spirituele centrum. Ze vertelde ons over de dialoogfilosofie (‘de ontmoeting gebruiken als kracht’), de Israëlische mono-taligheid en hoge-sensitiviteit, en het revolutionaire concept van dit dorp. Ondanks de eenheid is er sprake van een groot verschil in narratieven (het ‘eigen verhaal’). Dat blijft ook na al die jaren dat je samenwoont met twee bevolkingsgroepen.

We zwalkten door het dorp, met gemiddeld zeer gegoede woningen en een magere hond, langs het graf van de oprichter (de fransman Bruno Hussar) naar het spirituele centrum. Vanuit deze plek kon je over een vallei kijken, en zagen we onze volgende bestemming. Achteraf bleek dit klooster maar een punt in de tijd te zijn en moesten we nog verder lopen naar een benzinestation.


Na een zware voettocht (opgenomen in het programma als ‘wandeling’) door de groene vallei bereikten we het benzinestation alwaar sommigen snel hun broodjes moesten eten. Want we moesten om 14.00 uur weer bij een ander klooster zijn, een kwartiertje verderop. Latrun, een strategische laagte tussen heuvels, was de plaats waar Jozua de zon stil liet staan (Lees Jozua 10) en waar vele oorlogen hun hoogtepunt bereikten.

In deze katholieke communiteit Latrun, als Trapistenklooster al vanaf 1890 bewoond, ontmoetten we een kloosterzuster die ons in de hete zon rondleidde door de zeer oude overblijfselen van Emmaüs Nicopolis. Kort mochten we zwijgend hun kapel van bovenaf bekijken. De aan­wezige toiletten hadden zeker zoveel aandacht, en we rustten graag in de lome middagzon - totdat we verplicht ‘elfjes’ moesten schrijven rondom co-existentie en het verlangen van de Emmaüsgangers. Het voorlezen in de kring leverde mooie plaatjes op.


’s Avond konden de liefhebbers naar de Klaagmuur, ook wel de westelijke muur genoemd, waar de Sabbat werd ingeluid.

> zaterdag 10 april